A day in the life of a fool

25 maart 2023

Mijn moeder spelt iedere dag de overlijdensadvertenties in de krant. Ik word tegen wil en dank geconfronteerd met RIP-berichten op Facebook, soms van bekende namen waar ik vroeger wel iets mee had, maar waarvan ik nu denk: Goh, leefde die nog dan? Zo ook bij het bericht dat Harry Belafonte vandaag overleed. Maar ook al blijven de herinneringen, de films, de muziek gewoon bestaan – hun nalatenschap is hun eeuwig leven -  toch sterft er ergens van binnen ook iets af. Alsof je een deur hoort dichtvallen, zonder dat je precies weet waar.

Harry Belafonte was een keurige neger, in de tijd dat dat woord nog mocht worden gebruikt, en hoorde bij de zwart-wit televisie van mijn vader. Ouwe meuk dus. Voor Matilda kreeg je mij niet uit de stoel. Hij hoorde bij een wereld die ik voorgoed achter mij liet, op de dag dat ik het ouderlijk huis verliet. Dacht ik.

Toen ik een paar jaar later voor het eerst bij Koos van der Sloot op bezoek kwam, ging hij koffiezetten en liep ik naar de platenkast, zoals ik altijd deed bij een eerste bezoek, om te kijken wat voor een type die Koos was. Zijn nieuwste platen waren van Roxy Music en Mink Deville. Mijn nieuwste platen waren van The Clash en Joy Division. Maar de LP die ik uit de kast trok was Belafonte sings of love, gewoon, omdat die mij verraste.

‘Is dat wat?’, vroeg ik. Koos legde hem op de draaitafel en drukte net zo lang op de knoppen van de versterker, tot er geluid uit de boxen kwam. Oké, ballads dus, niet slecht, prettig wel. Terwijl ik midden in een verhaal zat, zei hij opeens: ‘Nu moet je even stil zijn,’ en toen kwam A day in the life of a fool. Dat samen luisteren zonder te praten, omdat hij het vroeg, dat ontroerde mij enorm. Die avond heb ik dat kleine liedje over liefdesverdriet, gezongen door Harry Belafonte, en de herinnering aan dat serene moment in mijn hart gesloten. Zo gaat dat met liedjes.  

Vijf jaar geleden ging Koos dood. Op de avond dat ik werd gebeld door zijn weduwe, liet ik mijn huidige vrouw dat liedje van Belafonte horen. Nou ja, ik wilde er zelf naar luisteren en vroeg haar impliciet om dat moment van inkeer met mij te delen. En zonet heb ik A day in the life of a fool nogmaals beluisterd, nu in de beslotenheid van de werkkamer, terwijl achter de woonkamerdeur Sophie Hilbrand gasten ontvangt om te praten over de dingen van de dag. Gewoon, omdat Harry Belafonte ook dood is, anders zat ik hier niet. Ik voelde nu niet meer de ontroering van die eerste keer. Ik herinnerde me nog wel de ontroering van die avond. Dat is toch anders. Misschien is dat die deur, die ik hoorde dichtvallen.

Tegenwoordig leg ik nog maar zelden een LP op de draaitafel. En de kans dat dat Harry Belafonte zou zijn is nagenoeg nul. Misschien komt het op een dag nog eens voorbij op een afspeellijst van Spotify, terwijl ik iets aan het doen ben. Nu ik dat liedje opzocht op TouTube, zag ik pas dat het te boek staat als een liedje van Sinatra, al nam die het ook niet als eerste op. Ik hou veel meer van de machtige stem van Sinatra dan van die waterproof stem van Belafonte, maar de versie van Sinatra zegt me hoegenaamd helemaal niets. Ik weet niet, het is anders. Het heeft gewoon niets te maken met die magische avond, 44 jaar geleden op de St Jansberg in Drachten. De zon was bijna onder, dat weet ik nog. O ja, en dat we aan het eind van de avond vrienden waren voor het leven. Een dag in het leven van een idioot.

Alles gaat voorbij.

Bekijk ook...

McCartney 1970

Misschien ben ik verbaasd

In een documentaire over the Kinks vertelde Noel Gallagher dat Ray Davies met Paul McCartney de beste songwriters waren uit het Verenigd Koninkrijk, dat tegenwoordig overigens behoorlijk verdeeld is. Die voorkeur voor Paul McCartney deed me goed, temeer omdat in het collectief bewustzijn John Lennon er over het algemeen het beste vanaf komt. Ik begrijp dat wel, want ik had hetzelfde tot 1980, toen ik werd bekeerde.

©2016 afbeelding door Herman Nijholt

Perfect day - Lou Reed

Laten we maar eens beginnen op een mooie ochtend in september dit jaar. Voor dag en dauw reed ik naar mijn werk. Ik luisterde naar Radio 2. Een vrouw – ik noem haar Truus van de Buren – belde naar de studio en vroeg Perfect Day aan, omdat het een prachtige nazomerdag dreigde te worden. De DJ van dienst vond het een treffende keuze. Ik mag van mezelf niet kwaad worden voor de koffie, dus werd ik verdrietig. Ik heb de radio uitgezet, maar de teleurstelling verdween niet. Het kwaad was al geschiedt. Niets is opgewassen tegen pure domheid.

Een slim varken

Roy Buchanan - Pointless

Zoals vaak keek ik naar de Pointless, een quiz op de BBC. Een ouder echtpaar - mijn favorieten - waren op ongelukkige wijze in de tweede ronde uitgeschakeld. Ik deed mijn beklag bij mijn vrouw, die in de keuken net de tagliatelle bij de saus gooide. ‘Het eten is klaar,’ zei ze. Ik griste twee bor-den uit de kast, schepte eentje vol en spoedde mij weer naar de bank. ‘Hoef je geen mes?’ - ‘Nee, waarom?’