Like a hurricane! (1976)

Sounds good!

Vervolg op Neil Hier! (1976) waarin ik vertelde, dat ik op 26 maart 1976 in de Edenhal stond. De lichten gingen uit …
… en plotseling doemde daar wankel een man op met lang haar en opgelapte kleren, die met de blik op de grond een weg zocht langs de kabels en het instrumentarium.
We juichten! Dat was hem! Dat was Neil Young! Hij was het echt!
Hij ging zitten en zocht verstrooid een gitaar uit. Het werd muisstil. Toen begon hij te spelen en zong: Sailing heartships through broken harbours … Er werd geapplaudisseerd. Tell me why!
Daarna, The needle and the damage done. Zo’n honderd mensen klapten mee, maar Neil hield het intro driemaal aan … toen werd het stil. Hij keek even dwingend de zaal in – ze hadden hem begrepen – en begon te zingen. Halverwege de set liep hij naar de vleugel. After the Goldrush, A man needs a maid. Hartverscheurend! Ik was helemaal ondersteboven. Mijn handen trilden en mijn hart klopte in mijn keel. Ik rookte twee shagjes van Domien om te kalmeren. Sad movies (to make you cry), een wonderschoon onbekend liedje, misschien wel het mooiste van deze set. Mellow my mind van Tonight’s the night op banjo. Hij eindigde de akoestische set met Heart of Gold. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Alles was magisch en het publiek was idolaat! Hoe hij bijvoorbeeld voor gebruik zijn mondharmonica in zijn glas doopte, hem leegzoog en zei: ‘Sounds good.’

Het contact tussen Neil en zijn publiek was voelbaar, tastbaar, ook al zei hij bijna niets. Die ogen! Ik had dit nog nooit, nog nooit meegemaakt. Iedereen raaskalde en schreeuwde dat het geweldig was! Maar Domien voorspelde dat de elektrische set nog beter zou zijn.
'Dat bestaat niet!', schreeuwde Jouke en hij beende weg. Ik geloofde het ook niet. Jouke had gelijk, het was niet mogelijk. Meer dan 100% bestaat niet. Ergens op deze wereld moest toch een grens zijn!? Toen hij terugkwam met drie posters, had hij de broer van Domien ook gevonden.

Like a hurricane!

Na een kwartier kwam Neil weer terug met de jongens van Crazy Horse. Nu droeg hij een witte Gretch. Voor de muziek uit deinde hij het ritme en … Wham!! Meteen toen ze losgingen, wist ik dat Domien verdomme toch gelijk had! Hoewel mijn verstand het allang had opgegeven, voelde ik in mijn botten, dat dit nog beter was!! Een magnifiek rocknummer, dat niemand kende (Country home werd pas in 1990 uitgebracht):
Thank you for my country home, it gives me peace of mind.
Somewhere I can walk alone, and leave myself behind …

Daarna Don’t cry no tears. Down by the river, om te janken, zo hartverscheurend mooi!
The losing end, Let it shine (ook een nieuw nummer), Southern man, Drive back.
Maar het onbetwiste hoogtepunt van de avond was alweer een nieuw nummer: Like a Hurricane. Frankie Sampedro bespeelde een keyboard, dat in een oud harmonium was ingebouwd, en Neil soleerde als een bezetene, alsof er 230V op de snaren van zijn zwarte Gibson Les Paul stond! Waanzinnig, met zijn kop naar een verdekt opgestelde ventilator, waardoor het werkelijk leek alsof hij tegen een storm op moest spelen. Elegant als een dansende invalide.
You are like a hurricane, there's calm in your eye
And I'm gettin' blown away
To somewhere safer where the feeling stays
I want to love you but I get so blown away ….

We moesten wel tien minuten schreeuwen voor hij terugkwam en zichtbaar ontroerd het publiek bedankte. De toegift bestond uit Cortez the Killer en Cinnamon girl. Bij het laatste nummer ging iedereen staan. Jouke en ik samen op één klapstoel met de armen om elkaar. Het publiek was in extase … ik in elk geval! Toen de lichten opgingen, schreeuwden we tegen elkaar, we grepen elkaar vast! Wij waren de uitverkorenen, die dit hadden meegemaakt! Al zouden we 100 worden, dan nog zouden we dit niet vergeten, en dan zouden we nog steeds geen woorden hebben gevonden, om dit na te vertellen! Ik hou ermee op …
… pas toen we weer door het centrum van Amsterdam liepen – het was koud – kwam ik bij zinnen. De euforie gloeide nog diep vanbinnen. Ik voel het nog steeds, als ik eraan terugdenk.

Leven na de Hurricane

De volgende dag liep ik met Domien en Meinte de stad in. Zo belandden we in een platenzaak, Concerto, waar ze een illegale opname van het concert afspeelden! Meinte wilde al snel gaan liften, maar Domien en ik wachtten net zo lang tot Like a hurricane was geweest. Zelfs op die krakkemikkige bandopname was het nog geweldig.
Tenslotte namen ook wij de bus naar Broek op Waterland, waar we gingen liften. Al snel werden we opgepikt door Stijl, mijn wiskundeleraar, die me vrijdag in de les had gemist. Zijn dochtertje lag met kanker in Amsterdam. Wist ik niet. Zwaar klote voor die man, natuurlijk. Hij overwoog om haar in het buitenland te laten behandelen. Aan de kop van de Afsluitdijk werden we afgezet en voor we een duim op konden steken, hadden we al een bekeuring te pakken van ƒ5. Om kwart over zes was ik eindelijk thuis. Even mee eten en … ‘Waar ben je eigenlijk geweest?’, vroeg mijn moeder.
‘In Amsterdam,’ zei ik.
… en toen liep ik weer naar de bus, want ik had afgesproken in Sneek. Met drie vrouwen naar een kroegentocht. Leuk natuurlijk, maar ik kon alleen maar over Neil Young praten, en steeds als het me weer niet lukte om het onder woorden te brengen, voelde ik tranen van ontroering opwellen. Diep in de nacht kwam ik thuis en maakte per ongeluk iedereen wakker … ssshit.

Op zondag fietste ik aan het eind van de middag naar Balk. Bij Syp was het ontzettend gezellig en bij iedere ontmoeting met een Neil-getuige, grepen we elkaar vast en schreeuwden: You are like a hurricane! Halverwege de avond ontmoette ik Francine. We zochten de rust op. De hitte van het concert was weer naar binnen geslagen. Haar verkering was uit en ze woonde sinds kort in Sneek. We spraken af, dat ik het volgende weekend zou komen eten. Toen moest ik echt weg. Het weekend was al voorbij, maar iets anders was begonnen. De rest van mijn leven, denk ik.

[Like a hurricane kwam pas in 1977 uit op de plaat. In zijn film Year of the Horse laat hij Like a hurricane zien als een cocktail van drie Nederlandse concerten met Crazy Horse – 1996, 1986 en 1976 – die ik alle 3 heb gezien]

Bekijk ook...

Spporzicht Koudum

Spoorzicht

‘Zal ik de dozen van zolder halen?’, vroeg ik zaterdag na Driekoningen. Mijn vrouw keek een beetje zuur en vroeg: ‘Zullen we hem niet nog een weekje laten staan?’ ‘Mij best,’ zei ik, ‘we hebben niet voor niets een plasticboom. Wat mij betreft blijft hij staan tot Pasen.’ Onwillekeurig moest ik denken aan een zaterdag tegen Pasen 1976.

De slappe lach van Siw Malmkvist

Zelfs als kind had ik al jeugdsentiment, ook al noemde ik toen alleen maar een warm gevoel in mijn buik. Op de B-kant van Spiegelbeeld (Willeke Alberti) stond bijvoorbeeld Toen je me kuste. Als ik dat draaide had ik heimwee, naar een tijd die ik zelf niet meegemaakt. Dat was een rare spirituele ervaring n als het terug luister, kan ik het nog steeds navoelen.

Daniël Samkalden in 1987

Miepie, Kinderen voor Kinderen

Gisteren trof mij tussen het grote nieuws van Campagne en Covid een klein berichtje in de krant. Joe Speedboot wordt verfilmd met een script van onder andere Daniël Samkalden. Weinig mensen zullen weten, dat hij toevallig heeft wel één van de allermooiste Nederlandse liedjes op zijn naam heeft gezongen. In 2011 schreef ik er een verhaal over.