Muziek moet hard, toch? Natuurlijk, af en toe moet muziek hard. Je kunt een transistorradio tegen je oor drukken tot het pijn doet, maar dat is toch niet hetzelfde. Toen ik 15 was, hoorde je de muziek nergens zo hard als uit de speakers van de botsauto’s, met Jouster Merke.
Kleine Saskia - The Band
Toen ik op de HTS nieuwe vrienden ontmoette, maakte ik ook kennis met andere muziek, Amerikaanse muziek, waar ik onmiddellijk van hield. Dylan, Neil Young, Jackson Browne. Maar de meeste indruk maakte the Band. De muziek was rauw en puur, anders, onbegrijpelijk en tegelijk geworteld in traditie. Ze zagen er anders uit. Ze hadden drie zangers, wisselden voortdurend van instrument en zongen over andere dingen. Van het legendarische tweede album noem ik: de Amerikaanse Burgeroorlog (The Night they drove Old Dixie down), de slavernij (Unfaithful servant), de zee (Rocking chair), de oogst (King Harvest) en de bossen (Whispering pines). Andere teksten zijn zelfs volstrekt onbegrijpelijk.
Neem nu All la Glory van Stage Fright (1970). Het sfeertje is heel knus, bijna huiselijk, maar ik kon er destijds geen touw aan vastknopen.
I wanna hear pitter patter - Climb up your ladder, now
It's time for you to dream away
'Cause for a big day that you've been through
You've done all the things that you wanted to do
All la glory, I'm second story - Feel so tall like a prison wall
In die tijd tekende ik veel en toen een oudere zus van mijn vriend Douwe in verwachting was, bereikte mij het verzoek om het geboortekaartje te tekenen. Ik heb dat toegezegd, maar vergat het ook weer, tot ik op een dag werd gebeld door Douwe. Het kind was geboren. Of ik de volgende dag naar Vijfhuis wilde komen met mijn tekenspullen.
Zo fietste ik de volgende dag vanaf mijn stageadres richting Blauwhuis. Ik vond het gehucht aan het eind van een doodlopend weggetje, terwijl de schemering al inviel. Michiel, de vader, ontving mij hartelijk. Douwe zat al in de kleine woonkamer, waar een kachel snorde. Anneke, de moeder lag in de bedstee. Kleine Saskia lag in de wieg. De lampen waren nog niet op. Ik keek verwonderd naar de trotse onhandige vader, ik zag de eerste rimpels van de vermoeide moeder. We spraken gedempt, want de kleine sliep. Ik was onder de indruk van het moment en opeens moest ik denken aan All la glory, al begreep ik niet precies waarom. Die avond tekende ik na het eten twee naakte hippies met een kind tussen hen in. Op dat moment vond ik dat helemaal niet vreemd en zij waren er tevreden mee.
Toen ik de volgende dag thuiskwam, las ik op mijn kamer het tekstboek van the Band na en begreep opeens waar All la glory over ging. Natuurlijk, het ging over de geboorte van een kind, gezien door de ogen van de vader. Keep the little one safe and warm. I’m second story. Feel so tall like a prison wall. Alles viel op zijn plek. Ik had de geboorte van een broer en twee zusjes meegemaakt, maar op deze manier – de volwassen manier – had ik er nog nooit naar gekeken. Een accordeon, een heel ijl orgeltje, kwastjes op het drumstel. De stem van Levon Helm, de vaste drummer, de enige Amerikaan. Niet de mooiste stem, maar de enige die klonk als een vader, die in de schemering bij een wieg zit, kijkend naar dat nieuwe ronde gezichtje. Een onbeschreven blad, alles is nog mogelijk. Als ik mijn ogen sluit, ruik ik de houtkachel nog steeds.
Dat was 1976. In april van 1985 was het huwelijk tussen Janke en mij aanstaande, terwijl de relatie tussen Douwe en José een half jaar eerder uiteen was gespat. Op een zaterdagmiddag ging ik met José op pad omdat ze een aantal mensen wilde bezoeken. Onder andere Anneke en Michiel. Daar bewaarde ze goede herinneringen aan. Zo zag ik kleine Saskia terug. Een meisje van 8 dat haar voortanden net had gewisseld. Toen ze hoorde dat ik ging trouwen, wilde ze vreselijk graag bruidsmeisje worden. Ik was diep ontroerd, maar moest haar teleurstellen. Ik zei dat we geen bruidsmeisjes hadden, dat wij het anders deden, maar ik geloof niet dat het landde. Het was erg sneu en thuis gekomen besloot ik haar een brief te schrijven. In die brief vertelde ik ook over de eerste keer dat ik haar had gezien, en dat die herinnering voor altijd verbonden was aan een liedje. Ik maakte een vertaling van All la glory in het Nederlands, en voegde die erbij. Ik heb er niets op terug gehoord. Had ik dat verwacht? Gehoopt misschien.
In 1994 gaf Douwe een groot feest in een boerenschuur, omdat hij veertig werd. Het was een geweldig feest, waar ik veel mensen van vroeger ontmoette. Alleen jammer dat ik niet kon drinken, maar Janke had geen zin om mee te gaan. En als ze was meegegaan had ze waarschijnlijk eerder naar huis willen gaan en niet willen rijden, omdat ze daar te moe voor was. Ik was bijna oud en mijn leven liep stroef. Opeens zag ik Douwe praten met een lange man. Verrek, dacht ik, is dat niet Michiel? Ik stelde me aan hem voor (hij herkende me nog) en aan een lang meisje van 17, dat verlegen naast hem stond. Toen Michiel tegen haar zei, dat ik haar geboortekaartje had getekend, geneerde ik me opeens voor die blote hippies.
Alle Glorie
Ik wil nog even bij jullie zijn.
Welterusten, slaap maar fijn.
Het is een grote dag geweest
voor jullie nog het allermeest.
Ik kijk of ik een ster kan zien
die op ons neer schijnt, heel misschien;
dan slaapt de kleine veilig en gezond,
ik wou dat ik haar begrijpen kon.
Wacht maar, de blaadjes zijn nog niet bruin,
als jij straks speelt in onze tuin.
Luister! Ik hoor muziek, mijn kleine.
Ik zie de zon in jouw ogen schijnen.
En misschien komt er ooit een dag
dat jij een ster tussen de sterren worden mag.
(mijn vertaling van de coupletten van All la Glorie)
Dit verhaal is eerder gepubliceerd in mijn bundel This is my song 2012