Miepie, Kinderen voor Kinderen

Voorwoord 2021

Laverend tussen het grote nieuws van Campagne en Covid viel mijn oog op een klein berichtje in de krant. Joe Speedboot wordt verfilmd. En wie sleutelt er momenteel aan het script? Jawel, Jan Eilander en Daniel Samkalden. Weinig mensen zullen Samkalden kennen, maar toevallig heeft hij wel één van de allermooiste Nederlandse liedjes op zijn naam. In 2011 schreef ik er een verhaal over.

Verdriet met inhoud

Geen grapjes, alsjeblieft! Hoezo kinderliedje? Miepie is een serieus levenslied van het betere soort. Liedjes van Annie M.G. worden al lang niet meer kinderachtig gevonden. Pluk van de Petteflet is verplichte literatuur, althans wat mij betreft.

Misschien moet ik eerst even vertellen dat ik een groot liefhebber ben van het levenslied, waarbij mijn voorkeur uitgaat naar de extreme uitwassen. Dat zijn over het algemeen smartlappen, waar ik – al dan niet bedoeld – om moet lachen. In een minder cynische tijd was het ernst met het levenslied. In de prachtdocumentaire Vergeet mij niet van Michiel van Erp over het leven van de Zangeres (zonder Naam) tref je enkel fans, die oprecht getroffen worden door de doorleefde teksten, die de heer J. Hoes voor haar schreef. En de Zangeres had zelf ook al zo’n moeilijk leven gehad … och, och, och. Ik ga helemaal plat voor de botte rijm in haar duet Kinderloos: “… waarom dit stil verdriet? De ooievaar kwam niet …”. Inhaken!
En wat dacht je van: “De nachten zijn te kort, voor hun die fan de sonde moete leve …” (Eli Asser)

Leg deze teksten voor de aardigheid eens naast het pretentieuze gebral van Bløf of Acda en de Munnik. Momenteel is het een ziekte in de Nederlandstalige popmuziek. Geknutsel met in elkaar gerijmelde clichés, waardoor het lijkt of het ergens over gaat. Let op: “Ik was eruit, het kwartje gevallen - De klap wiekte nog na - Maar ik wist wie ik zou worden. Ik liet ze los, de koude getallen - Ze wezen me nog na - Maar ik volgde niet de borden” Enig idee? (Bløf ) Nou, ik zet de radio af. Geef mij maar Miepie, en lach me maar uit. Het deert mij niet.

Miepie

In 1980 startte de Vara het project Kinderen voor Kinderen, waarmee met behulp van echte liedjesschrijvers nieuwe kinderliedjes worden gemaakt. In 1987 zat ik toevallig te lezen bij de tv, toen Miepie voorbijkwam. Het gaat over een poes, die een vogel heeft doodgebeten, onnavolgbaar gezongen door Daniël Samkalden, een ventje van 8 jaar. Dat kwam keihard binnen en schoot als een raket door het plafond van dit genre. Voor mij heeft het lied eeuwigheidswaarde. Hij zong het met een poes op schoot. Ik had een brok in mijn keel. Het is wel eens vaker voorgekomen dat kinderen in de volwassen wereld scoorden. De jongenssopraantjes Jantje Smit en Heintje (Simons), natuurlijk, en Conny Froboess had op haar 8e bij de oosterburen een hit had met Pack die Badehosen ein, dat in ons land zo voortreffelijk werd vertolkt door de 7-jarige Heleentje van Capelle (De Speeltuin). Waar zijn zij gebleven?

Ooit las ik dat Percy Sledge achter de studio met een maatje in T-shirt en Bermuda aan het basketballen was, toen hij werd binnengeroepen om de track van When a man loves a woman in te zingen. Nee, dan kleine Daniël, niemand twijfelt eraan dat hij het verdriet, dat hij bezingt, ook oprecht voelt. En het is bepaald geen klein verdriet. In Een vriend bezingt Hazes hoe vriendschap wordt beloond met verraad. Is dit niet precies hetzelfde? Alleen omdat het een kind is, denken ze: het gaat nergens over. Een kat pakt een vogel, nou en? Morgen is hij het weer vergeten. Wie bepaalt dat?! Liefde, dood, verraad, schuld. Kan het nog groter? When a man loves a woman, gezongen door zo’n vent met een spleet tussen zijn tanden, dat gaat helemaal nergens over. Een klap die wiekte, van een grote vent met een badmuts, dat gaat nergens over!

Grote zaken heel klein maken, waardoor een kind het begrijpt en zelfs een volwassen vent het kan overzien, dat is Kleinkunst met een grote K. Miepie werd geschreven door Jules de Corte en Letty Kosterman. Dat Letty liedjes schreef wist ik niet, maar Jules behoeft geen introductie. Ik zou wel eens willen weten was in 1956 een equivalent voor het latere Blowing in the wind van Dylan. Zijn kalme stem en zijn mechanische pianospel heeft een helende werking. In mijn hoofd kan ik hem Miepie horen zingen, maar uit zijn mond zou het onbenullig klinken. Je hebt een kind nodig, om zo’n klein fragiel verdriet op te kunnen pakken, als een stuiptrekkend vogeltje. Met alleen – vanuit een serre – een piano, die hem begeleidt. Miniatuur-blues.

Daniël Samkalden

Daniël Samkalden ging na drie mislukte studies toch naar de Kleinkunst Academie, Acda en de Munnik achterna. Gatsi. Hij heeft nog steeds een emotionele stem, maar het wordt natuurlijk nooit iets. Hij heeft Miepie op zijn naam staan. Daar komt die arme jongen nooit meer overheen. Wordt alsjeblieft advocaat of schoolmeester, zoek een lieve vriendin en neem een hond – een poes zou ik afraden – om anoniem de eeuwigheid tegemoet te gaan.

Ik kan het niet laten, opeens denk ik weer terug aan een donkere novemberavond, de gordijnen dicht. Op de televisie was Sonja’s Goed Nieuws Show, waarin Sonja Barend een kind aankondigt, dat een liedje zingt. Kleine Daniël zit op de tribune, zonder poes – waarschijnlijk vanwege de hygiëneregels – en zingt … play back. Hij mocht van de Arbeidsinspectie maar een paar uur per week “werken”. In het publiek zitten en je mond bewegen is kennelijk geen werk … ofwel, waar Nederland klein in kan zijn.

 

Eerder uitgegeven in This is my song ©2011

Bekijk ook...

Bruce Springsteen - Follow that dream

1978: Toevallig was mijn vriend Kees eerst bij de fonotheek langs gereden, toen hij mij opzocht in Noordbergum, waar ik destijds in zonde leefde met de plaatselijke schooljuf. En geheel toevallig had hij Darkness on the edge of town van Springsteen bij zich.

Een slim varken

Roy Buchanan - Pointless

Zoals vaak keek ik naar de Pointless, een quiz op de BBC. Een ouder echtpaar - mijn favorieten - waren op ongelukkige wijze in de tweede ronde uitgeschakeld. Ik deed mijn beklag bij mijn vrouw, die in de keuken net de tagliatelle bij de saus gooide. ‘Het eten is klaar,’ zei ze. Ik griste twee bor-den uit de kast, schepte eentje vol en spoedde mij weer naar de bank. ‘Hoef je geen mes?’ - ‘Nee, waarom?’

Like a hurricane! (1976)

Vervolg op Neil Hier! (1976) waarin ik vertelde, dat ik op 26 maart 1976 in de Edenhal stond. De lichten gingen uit … … en plotseling doemde daar wankel een man met lang haar en opgelapte kleren op, die zich met de blik op de grond een weg zocht langs de kabels en het instrumentarium. We juichten! Dat was hem! Dat was Neil Young! Hij was het echt!