Perfect day - Lou Reed

Misverstand

Laten we maar eens beginnen op een mooie ochtend in september dit jaar. Voor dag en dauw reed ik naar mijn werk. Ik luisterde naar Radio 2. Een vrouw – ik noem haar Truus van de Buren – belde naar de studio en vroeg Perfect Day aan, omdat het een prachtige nazomerdag dreigde te worden. De DJ van dienst vond het een treffende keuze. Ik mag van mezelf niet kwaad worden voor de koffie, dus werd ik verdrietig. Ik heb de radio uitgezet, maar de teleurstelling verdween niet. Het kwaad was al geschiedt. Niets is opgewassen tegen pure domheid.

Het onderwerp is: Misverstanden in de muziek. Ik noem er een paar. Voor de Olympische Spelen van 1984 in Los Angelos adopteerde de organisatie I love LA van Randy Newman. Niemand had kennelijk de cynische ondertoon opgemerkt, waarmee Newman de oppervlakkige cultuur in deze stad aan de kaak stelt, of – erger nog – men nam aan dat het grote publiek daar te dom voor was. Waarschijnlijk hadden ze ook nog gelijk. Een jaar later gebruikte Ronald Reagan Born in the USA van Springsteen bij de campagne voor zijn herverkiezing. Dat hierin vooral kritisch wordt terug-geblikt op de Vietnam oorlog werd over het hoofd gezien.

Het is 1972. Lou Reed was uit de Velvet Underground gestapt en als solo-artiest nog zoekende. Zijn eerste LP had weinig succes. Op zichzelf niet schokkend, want buiten New York was de Velvet Underground nauwelijks bekend. Ze braken pas door, met terugwerkende kracht, toen Lou Reed met zijn tweede LP Transformer wereldwijd doorbrak. Dit succes was deels te danken aan David Bowie, die in 1972 al naam had en als producer een hele toegankelijke plaat afleverde.

Voor zijn onderwerpen bleef Lou Reed putten uit de ranzige kanten van het nachtleven in New York, maar door de luchtige toon van de plaat viel dat nauwelijks op. Hierdoor besteeg hij zowaar de hitparade met Walk in the Wild Side, ondanks het feit dat het onderwerpen behandelt, zoals trans-seksualiteit, drugs, mannelijke prostitutie en orale seks. Het kwam zelfs in Avro’s Top Pop, natuurlijk zonder Lou Reed, maar met een ballet van Penny de Jager die een passende choreografie had bedacht. Een lekker relaxed deuntje, dat je zelfs mee kunt zingen als je wilt: doep-die-doep-die-doep … Een andere singel van Transformer heette Vicious.

 

De crash

De B-kant van Walk in the Wild side was Perfect day. Momenteel kent iedere onbenul Perfect day, terwijl Truus van de Buren bij de A-kant haar geëpileerde wenk-brauwen ophaalt. Hoe vreemd kan het lopen? Maar we gaan nog even terug naar 1973. Voor mij en mijn vrienden was Perfect Day een prettige ballad, die er nog net mee door kon vanwege de cynische ondertoon. Goed, hij bezingt een perfecte dag in het park, sangria op een terrasje, dierentuin, bioscoop en dan naar huis. Maar verteld vanuit het perspectief van iemand, die doorgaans ondergronds leeft. De kater klinkt door in de houten stem van Lou Reed, vooral in de laatste regels:

Just a perfect day - you made me forget myself - I thought I was someone else, someone good

Lieve Truus. Kijk nu eens naar de hoes van Transformer. Dat is toch geen vrolijke jongen? Dat is toch niets voor jou?

Het is nog steeds 1973, bijna twee uur in de nacht. In de discotheek klinkt Perfect day, het laatste nummer voor sluitingstijd. Veel mensen lopen naar de kassa om af te rekenen. Mijn vriend Rouke Speelman schuifelt in zijn eentje over de dansvloer. Hij houdt van Perfect day en kent de context. Rouke danst bijna niet, hij beweegt alleen zijn opgemaakte ogen en zijn … pink. Zo high als een kraai. Met een bezwerend gebaar zegt hij: “Baby, you’re so vicious!”

Een paar weken later wordt hij op een decembernacht in het naburige Heerenveen door een aantal vrienden naar buiten gesleept en achter het stuur van zijn Volvo Amazone gehesen. Stom, maar hoe moesten ze anders naar huis? Terwijl de motor ronkt, komt er nog iemand naar buiten. Wacht! Oké, oké … instappen en wegwezen. Halverwege Joure raakt hij in de slip, want hij rijdt altijd en overal plank gas en het heeft gevroren. Een pikzwarte nacht, koplampen, gierende banden en een oorverdovende klap, die krakend dooft, net als het leven van drie mensen. Eén van hen is mijn beste vriend Willem. Hij was zeventien jaar en dood.

 

Someone good

Rouke overleefde de crash, hij was door de voorruit geslingerd, had van alles gebroken en lag dagen in coma. Maar tenslotte ontwaakte hij en toen hij voldoende was hersteld mocht hij naar huis. Iedere dinsdagavond ging ik naar hem toe, hoewel mijn vader het mij verbood. Hij noemde Rouke een moordenaar. Ik ging naar hem toe, omdat ik hem nodig had en hij mij. Buiten zijn ouders, die het goed met hem voor hadden, zag hij geen sterveling. Alleen ’s nachts ging hij wel eens de deur uit om in de buitenlucht een shagje te roken. Als er een auto voorbij kwam, vroeg hij zich af hoe het was om er voor te stappen. Dat vertelde hij. Soms, als wij samen op zijn jongenskamer zaten, en het Stratego-bord in gereedheid brachten, zei hij:

“Ik heb mezelf vandaag weer voor de gek gehouden.”

Ik wist dan wat hij bedoelde. I thought I was someone else, someone good. Hoezo Perfect day? Wij wisten wel beter. Acht jaar later stapte hij alsnog uit het leven.

 

Maar ieder jaar, bij de eerste mooie dagen, zal Truus van de Buren naar de radio bellen om dat leuke liedje aan te vragen. En ik moet het haar maar niet meer kwalijk nemen. Lou Reed heeft het ook opgegeven. Hij nam – God betere het – in 1997 met Band Aid (artiesten die allemaal beter zouden moeten weten!) – een afschuwelijk wrede verkrachting van Perfect day op. En toen zijn platenmaat-schappij hem enkele jaren later vroeg om zelf een compilatie uit zijn oeuvre samen te stellen (The Definitive Collection 1999), was Perfect Day daar niet bij. Hoe kon dat nu weer?! Ik zal het je zeggen: hij heeft het niet meer, hij is het kwijt. In ’97 heeft hij het deksel van een riool open getrokken, en Perfect day teruggeven aan de onderwereld, waar het vandaan kwam.

 

Eerder gepubliceerd in de bundel This is my song ©2012

 

Bekijk ook...

A day in the life of a fool

Mijn moeder spelt iedere dag de overlijdensadvertenties in de krant. Ik word tegen wil en dank geconfronteerd met RIP-berichten op Facebook, soms van bekende namen waar ik vroeger wel iets mee had, maar waarvan ik nu denk: Goh, leefde die nog dan? Zo ook bij het bericht dat Harry Belafonte vandaag overleed.

Herman & Hedzer

De laatste dans: Listening wind (1987)

Mijn vrouw was al naar bed. De kleine sliep, maar ik was onrustig, die laatste zomer in de stad. Het oude huis, dat naar mij rook als een oude trui, gaf niets terug. Ik trok mijn witte laarsjes aan en, vooruit, deed nog eenmaal mijn gouden sjaal om. Voorzichtig trok ik de deur achter mij dicht en snoof de avondlucht diep in mijn longen. Met verende tred, op zoek naar mijn ritme, liep ik naar het centrum.

Springtime in Amsterdam – Wally Tax

Iedereen kent de verhalen over het graf van Jim Morrison op Père Lachaise in Parijs. Mij zie je daar niet, al ga ik weleens op bedevaart. Voor het eerst was dat in de zomer van 2006. Mijn vriend Koos van der Sloot wilde het graf van Wally Tax op de Nieuwe Ooster Begraafplaats in Amsterdam bezoeken.