Na een grimmige vergadering moest ik wat stoom kwijt. Omdat het mooi weer was en ik mijn brood was vergeten, besloot ik naar de Lidl aan de Oude Oppenhuizerweg te lopen, voor een zak snelle krentenbollen. Halverwege op een parkeerterrein haalde een man een voorwiel uit zijn Renault en vervolgens de rest van een racefiets. Toen wierp hij zijn stropdas op de achter-bank, trok zijn overhemd uit en liet ook zijn kantoorbroek zakken.
De verrassing
Briefje
Toen ik bij de printer stond te wachten, voelde mijn hand een briefje in mijn broekzak. Ik vouwde het open en las de naam van mijn vrouw. Toen herinnerde ik me, dat ze me dat papiertje gisteren bij thuiskomst had gegeven met de woorden: ‘Niets zeggen, het moet een verrassing blijven.’
‘Gaan we Sinterklazen?’, vroeg ik. ‘Wist ik dat?’
‘Ja, ik heb toch verteld, dat we het erover zouden hebben?’
‘Ja, maar ik had niet gehoord wat er was afgesproken.’
‘Gewoon, een pakje voor 15 euro met een gedicht. Een surprise mag’ zei ze. ‘Niks moeilijks. De verlanglijstjes komen in de familie-app. Schil jij even aardappelen?’’
Terstond vergat ik het aanstaande evenement.
‘Hé, doen jullie aan Sinterklaas?’, vroeg collega Els, die achter mij stond te wachten. ‘Leuk.’
Els was ongewenst kinderloos en lag naar eigen zeggen overhoop met haar schoonfamilie. Ik stelde dus geen wedervraag en nam mijn A4-tjes mee. Terug achter mijn bureau bekeek ik die familie-app. Onder haar naam stond: leesboek. Ik plaatste ook een appje: CD van Guido Belcanto.
Toen het 12 uur was geweest, zei ik tegen mijn collega: ‘Ik moet even de stad in.’
Boekwinkel
Zwartepieten heeft een hele andere bijklank dan Sinterklazen, dacht ik per ongeluk, terwijl ik al stond te grasduinen tussen de kunstboeken bij Van Der Velde. Mijn probleem was, dat ik eigenlijk niet wist van welke boeken mijn vrouw hield. Het is onmogelijk een boek voor iemand anders uit te zoeken.
‘Kan ik u ergens mee helpen,’ vroeg een aardig meisje, dat volgens haar labeltje Sharon heette.
‘Ik ben bang van niet,’ zei ik, ‘ik zoek een boek voor mijn vrouw, maar jij kent haar niet.’
Toch liep ze door naar een tafel met leesboeken.
‘Misschien ligt hier iets bij,’ opperde ze.
‘Wat vind je zelf het leukste boek?’, vroeg ik. Ze liep naar een kast en kwam terug met een boek van Simone van der Vlugt. De Doorbraak. Titel en schrijfster zeiden me niets. Op de voorkant stond een mooie jonge vrouw.
‘Het is erg spannend,’ zei ze met vonkelende ogen, ‘houdt uw vrouw van spannende boeken?’
‘Mijn vrouw houdt van een verrassing. Pak maar in. Heb je Sinterklaaspapier?
‘Ja hoor,’ zei ze. ‘Wilt u er een sticker op voor de naam?’
‘Dat is niet nodig,’ zei ik, ‘er komt nog een gedicht bij.’
‘O leuk,’ lachte ze.
‘Sint dacht: dit jaar geef ik iets geks - een leesboek vol spanning en seks,’ rijmelde ik.
‘Nou, dat valt best wel mee, hoor,’ zei Sharon blozend.
‘Natuurlijk,’ legde ik uit, ‘maar zo’n gedicht moet ook grappig zijn.’
Het heerlijk avondje
Een ingewikkelde dobbelprocedure bepaalde de volgorde, die ertoe leidde dat één van de kinderen meteen het leesboek uit de zak pakte: ‘Oma!’
Mijn vrouw nam het dankbaar in ontvangst en haalde het gedicht eraf. Dat vouwde ze open, ze keek mij even schielijk aan – zie je wel, ze had toch gekeken! – en schraapte haar keel:
Sint dacht: ik geef dit jaar iets geks
Een boek vol spanning en vol ….
‘Seks!’, riepen de kinderen in koor.
… nee, vol romantiek.
Daar kun je lekker weg bij dromen,
Als het heerlijk avondje is ….
‘Gekomen!’
… nee, is geweest.
‘Maar dat rijmt niet!’, klaagde het meisje. ‘Als het niet rijmt, is het geen gedicht. Mam?!’
‘… maar dit is grappig bedoeld, schat,’ zei haar mama.
‘Ik vind het niet grappig,’ zei het meisje halsstarrig.
‘Ik ook niet,’ riepen de andere kinderen.
Mijn vrouw keek me veelbetekenend aan. Ik keek vragend terug.
‘Je hoort het: je bent niet grappig,’ smoesde ze terloops.
‘En jij mag niet spieken,’ fluisterde ik terug.
Toen de kinderen op bed lagen en de wijn werd gehaald, vroeg ze: ‘Hoe kom je bij deze titel?’
‘Ik heb deskundig advies ingewonnen.’
‘Bij Margo?’
‘Nee Sharon.’
‘Sharon? Wie is Sharon?’, vroeg mijn vrouw, terwijl mijn schoondochter met de glazen aankwam.
‘Dat zeg ik niet,’ zei ik, ‘dat is een verrassing.’
Zij liep meteen weer naar de keuken alsof ze niets had gehoord. Ik schoot per ongeluk in de lach: ‘Oké, oké, gewoon, een winkelmeisje bij Van der Velde.’
‘Dat mag je zo meteen dan nog een keer uitleggen,’ zei mijn vrouw afgemeten.
Humor is nu eenmaal niet voor iedereen, altijd en overal hetzelfde. Jammer eigenlijk.