De weerwolf in mijn haar

Mijn trouwe lezers herinneren zich wellicht, dat ik onlangs een zelfportret samenstelde uit intuïtieve tekeningen en daarbij tot mijn ongenoegen een weerwolf in mijn haar ontdekte. Toen ik mijn vriend de Psycholoog hierop attendeerde, berichtte hij per WhatsApp: ‘Maak je niet ongerust, iedereen heeft een weerwolf in zijn haar.’ Een opmerkelijke tekst voor iemand, die al sinds jaar en dag met een glimmende schedel door het leven gaat.

Misschien was het grappig bedoeld, maar voor alle zekerheid vroeg ik hem bij mijn eerstvolgende bezoek toch: ‘Je schreef dat iedereen een weerwolf in zijn haar heeft. Hoe bedoel je dat?’
Hij stelde voor een wandeling te maken. Het was hem dus ernst. Buiten was het grijs en windstil, maar Buienradar stelde ons gerust. Op de hei graasde een kudde schapen. Onwillekeurig dacht ik aan de terugkeer van de wolf, ook al was daar geen directe aanleiding voor. De herder liep met zijn hond te ravotten. Misschien was hun aanwezigheid de aanleiding geweest. Ik weet zo weinig van herders en wolven.
‘Zou jij fout zijn geweest in de oorlog?’, vroeg mijn vriend onverhoeds.
‘Nee,’ zei ik. ‘Althans, ik denk het niet.’
‘Maar zijn er omstandigheden te bedenken …’
‘Vast,’ gaf ik toe, om eraf te zijn.
‘En waar sta je in het Gaza conflict?’, vroeg hij toen.
‘Ik begrijp waar je heen wilt. Heb je al eens eerder gezegd. Goed en kwaad zijn ingebouwd en aangeboren. Het is dus een kwestie van keuze, vrije wil …’
‘… en van omstandigheden.’
‘Oké,’ zei ik, ‘je hebt je punt gemaakt. Bedankt voor de waarschuwing, maar verder kan ik er niet zoveel mee.’
‘Dan schilder je het op een tegeltje en hangt het aan de wand,’ zei hij en legde een warme hand op mijn schouder. Hij is weliswaar Psycholoog, maar in de eerste plaats mijn vriend. 

De volgende dag tekende ik een wandtegel met de spreuk: Hoed u voor de weerwolf in uw haar. Niet in klakkeloos blauw, maar met de viltstif Burgundy, diep rood. Als geronnen bloed, dacht ik grimmig. Voor de zekerheid vouwde ik er kippengaas omheen, dat ik als waarschuwing aan de voorzijde weer openknipte. Het resultaat kon mijn vrouw niet bekoren, dus hing ik hem op mijn werkkamer.

Die avond bleef ik lang kijken naar de Olympische spelen en schoof natuurlijk nog even bij Dione de Graaff met – vooruit –  een blikje 5.0 op de zinderende ontknoping en het goud van de 3x3 basketballers. Ik ben van nature geen wij-denker, maar was niettemin euforisch. Toen ik rond middernacht naar boven ging, wilde ik mijn vrouw niet wakker maken, dus sloop ik naar de logeerkamer. Bij de buren brandde nog licht brandde, dus deed ik het licht niet meteen op en sloot op de tast de gordijnen, waarbij ik ergens achter bleef haken en op de terugweg – Kut! – in iets scherps trapte.
Op het zelfde moment, dat ik de schakelaar had gevonden, werd de deur open gegooid.
‘Wat doe je!?’
‘Ik wilde je niet wakker maken,’ zei ik, terwijl ik mijn wandtegel opraapte.
‘Je bloedt! Pas op, je smeert alles eronder … wacht.’
Ik liet me op bed vallen en probeerde de zool van mijn linkervoet te inspecteren, wat door het klimmen der jaren niet meeviel. Mijn vrouw kwam terug met een nat washandje en een doosje Hansaplast. Ze had me gewaarschuwd voor die weerwolf in verband met de kleinkinderen en ik had geantwoord, dat die er niet bij konden, maar ze bracht dat gelukkig niet ter sprake. En juist daarom moest ik eraan denken, toen ik even later naast haar lag. Domme pech, probeerde ik mezelf wijs te maken, kan iedereen gebeuren, maar ik was niet overtuigd.
‘… hoe isset trouwens gegaan?’, vroeg ze uit het niets.
‘Dat kippegaas …’
‘Die basketballers …’
‘O, gewonnen. Een tweepunter in de laatste seconde!’
‘Dus weer een gouden medaille erbij?’
‘Ja, … het was magisch.’
‘Leuk,’ zuchtte ze, ‘zullen we dan nu maar gaan slapen?’
Dat was gemakkelijk gezegd, maar ik was niet klaar met tegel. Natuurlijk zou ik morgen dat gaas wegflikkeren en die tegel ergens in een la gooien, maar dat veranderde niets aan de onvoorspelbaarheid van het bestaan, het noodlot en die verloekte weerwolf in mijn haar.

Bekijk ook...

Rook

Een oude man met een ijsmuts diep over zijn oren getrokken bleef staan voor de deur van het sigarenmagazijn. Hij trok een zakdoek tevoorschijn, trad naar binnen en snoot zijn neus. De detaillist met krul-snor veerde op achter zijn toonbank, en liep de klant met voorzichtige pasjes en een uitgestoken hand tegemoet.

Kroniek van een vriendschap # 1

Mijn vriend Koos van der Sloot is niet meer, maar het eeuwig leven gaat door; in zijn nalaten-schap, in de herinneringen en verhalen, totdat ook wij – de vlamdragers – herinnering zijn ge-worden. Ik barst van de verhalen en wil er graag een aantal met jullie delen. Het begin van onze vriendschap, ruim 38 jaar geleden, was zowel markant en karakteristiek …

1983 Twee leren broeken

Kroniek van een vriendschap # 4

Van al mijn vrienden ken ik de muzieksmaak, maar niet van mijn vriend Koos van der Sloot. Dat was de blinde vlek in onze vriendschap. We zijn samen naar Iggy Pop geweest (Koos’ vaste commentaar was: ‘Wat een beest!’), dus daar hield hij van, maar waar hield hij nu echt van? Wat was zijn favoriete LP/CD? Wat was voor hem een 10? Geen idee.