Een kort verhaal over Amazonevlinders, leven na de dood en gelukkig zijn.Lees verder
Verhalen van alledag
MEMENTO MORI, @2024 Herman Nijholt Van mijn gebidsmal, 2 Creusetkopjes, een bloemkool en 7 Amazonevlinders met 7 theelichtjes
Amazonevlinders
Sonnet van het Goede Leven #2
Sonnet van het Goede Leven
Ik hou erg van vis, vooral een moot zalm, door mijn vrouw met gevoel in de Croma gebakken, van binnen nog net roze. En dat de schelven met de minste druk van het mes loslaten en op de vork vallen en als je ze dan in de mond steekt, dat er dan nog meer is. Daar houd ik nu van.Lees verder
De weerwolf in mijn haar
Mijn trouwe lezers herinneren zich wellicht, dat ik onlangs een zelfportret samenstelde uit intuïtieve tekeningen (zie: De Spiegel-analyse) en daarbij tot mijn ongenoegen een weerwolf in mijn haar ontdekte. Toen ik mijn vriend de Psycholoog hierop attendeerde, berichtte hij per WhatsApp: ‘Maak je niet ongerust, iedereen heeft een weerwolf in zijn haar.’Lees verder
Pake en kleindochter
De grote wereld van kleine kinderen
In deze winter, die maar niet wilde winteren, kwam een dag dat het tijd werd voor een nieuw project. Liefst iets wat ik niet eerder had gedaan, want ik wil nog niet dood. Daarom keek ik mijn aantekeningen voor een kinderboek weer eens door. Want wat kon mij gebeuren? Ik kon hooguit falen.Lees verder
Alpejagerslied verbeeld door Herman Nijholt
Vanouds de Vriendschap
In de tijd dat ik veel poëzie las was mijn favoriete gedicht Alpenjagerslied van Paul van Ostaijen. Waarom? Geen idee. Dit gedicht beschrijft in 150 woorden een vluchtige groet in het voorbijgaan. Door die minimale gebeurtenis, beschreven in eindeloze herhalingen, heeft het iets magisch. Zoals ik in mijn kindertijd door het Kerklatijn de aanwezigheid van God vermoedde.Lees verder
Jacobus Quiryn Smink (1954-2024)
Dichter met een Q in het midden
Door het lot gedreven passeerde ik op vrijdag 2 februari het dorp Sondel, terwijl er een lange rij voor de kerkdeur stond. ‘Dat zal de uitvaart van Jacobus Smink zijn,’ dacht ik met enige weemoed. Ik overwoog aan te sluiten, maar ik was niet uitgenodigd. Wij waren … tja, bijna-vrienden. Wij hebben elkaar welgeteld 1, 2, 3 … 9 keer ontmoet.Lees verder
Wat ik voor mijn verjaardag kreeg
Toen we de kinderen en kleinkinderen hadden uitgezwaaid, las ik een Whatsapp felicitatie van een verre vriend, die eindigde met de klassieke vraag: … en wat heb je voor je verjaardag gekregen? Ik liep naar het dressoir en maakte voor hem een foto.Lees verder
Citaat: Who's afraid of red yellow and blue (Barnett Newman); Bron: Stedelijk Museum Amsterdam
Angst voor kleur
Op mijn 18e besloot ik in de paasvakantie met twee vriendinnen naar Amsterdam te liften. En om duidelijk te maken, dat ik tegendraads was en bovendien niet van de straat, wilde ik met mijn CJP naar het Stedelijk Museum.Lees verder
Koos van der Sloot bij het graf van Lucebert
Tovertaal
De Laatste Laan had ik te voet willen gaan, zoals het hoort, maar aan de Kerkedijk te Bergen was geen parkeergelegenheid. Al snel waren wij het zoeken naar het graf van de kunstenaar Lucebert beu en besloot ik via mijn telefoon Google Afbeeldingen te raadplegen.Lees verder
Foto © Herman Nijholt
Kijksport #1
17 juli 2022: Er leeft een hardnekkig misverstand, dat je voor maximale sportbeleving onder politiebegeleiding een stadion met dure zitplaatsen moet bestijgen, om de tegenpartij uit te jouwen en je favoriet aan te moedigen, ongeacht het niveau van de prestaties op het veld. Of 1200 kilometer naar het zuiden moet rijden om vijf uur lang in de hitte aan de kant van de weg te wachten op een peleton wielrenners, dat in een oogwenk voorbij raast. Hoe duurder het menu, hoe lekkerder de zigeunerschnitzel, dat is het adagium van deze tijd.
Mis, fout, trap er niet in! Gistermiddag...Lees verder
De verroeste brug
K-k-koud
Een ommetje op zondag
‘Jakkes, wat is het koud,’ kreunde ik, terwijl ik mijn handen bijna door mijn zakken heen drukte. Ik zei dat niet om te klagen, maar om mijn ongerief te bedwingen door het onder woorden te brengen. Althans, dat denk ik achteraf, want feitelijk is het onmogelijk je motieven ten diepste te kennen. ‘Jij wou er toch even uit?’, merkte mijn vrouw luchtig op. ‘Natuurlijk. Een mens kan niet de hele dag binnen zitten. Het was droog, maar nu we buiten zijn is het toch vies koud. Dat wou ik gewoon even zeggen.’ ‘Maar waarom trek je dan ook geen trui aan?’, vroeg mijn vrouw...Lees verder
Theater van het leven
In mijn verhaal Dear Nancy heb ik verteld over een memorabele ontmoeting met Nancy Hewitt op een zaterdagavond, september 1983 in San Francisco, en haar hysterische nicht Leslie. Daar had het bij moeten blijven, maar de werkelijkheid is nu eenmaal weerbarstig.Lees verder
(misschien mijn) Nancy Hewitt
Dear Nancy
Op zaterdagnacht 24 september 1983 was iedereen in café het Hert wel zo’n beetje nat, want het was Jouster Merke, lalalalala … maar niet ik. Want elf tijdzones verderop vloog een sportwagen met gierende band van het asfalt en miste op een halve meter na een kolossale eik.Lees verder
Afscheid van een kamerplant
Toen ik mijn vrouw bij thuiskomst met overgave zoende, voelde ze anders aan. ‘Is er iets?’, vroeg ik. ‘Hij is weg,’ zei ze met een ondertoon van spijt en berusting. ‘Dat is waar ook! Je hebt meneer Theo naar het tehuis gebracht … of is het een pleeggezin?’ ‘Nee, nee, hij staat in een tuinkas, tussen de andere cactussen. Ach, je had hem moeten zien. Hij stond daar zo stoer …Lees verder
Adam en Eva Superba
Grenzen van intimiteit
Al de hele week droeg ik, ook naar mijn werk, de jas van Koos, die hij bij zijn laatste reis aan de kapstok had laten hangen. Met die jas en mijn mooiste overhemd aan zat ruim op tijd klaar, maar door een samenloop van omstandigheden en een litanie van noodzakelijke vrouwengedoetjes, vertrokken wij toch iets aan de late kant.Lees verder
Roekeloos wit
Denk ik aan mijn dood, dan heb ik daar een duidelijk beeld bij. Alles is wit, alles is stil en alles is koud. U zult zeggen: onzin, maar zevenendertig jaar geleden heb ik het van dichtbij gezien en die ervaring zal mij nooit meer verlaten.Lees verder
Rook
Een oude man met een ijsmuts diep over zijn oren getrokken bleef staan voor de deur van het sigarenmagazijn. Hij trok een zakdoek tevoorschijn, trad naar binnen en snoot zijn neus. De detaillist met krul-snor veerde op achter zijn toonbank, en liep de klant met voorzichtige pasjes en een uitgestoken hand tegemoet.Lees verder
Rue Michel Bizot 48 Parijs 7e verdieping
De ogen van Francine
Ze zeggen dat je eerste liefde heimelijk altijd op nummer één blijft staan. Maar dat geldt niet voor mij. Ik denk nog zelden aan haar terug en dan nog slechts met weemoed. Maar toen de Oude Schrijver haar naam noemde, zag ik weer haar ogen, smeulend verlangen naar brandende liefde.Lees verder
De handen van mijn moeder
‘Kijk,’ zei mijn moeder. Ze wilde naast me komen zitten. ‘Anderhalve meter,’ zei ik weer. ‘Ach ja,’ zuchtte ze. Ze reikte me haar ‘app-apparaat’ aan en nam weer plaats bij het raam. Op de foto zat een familielid op zijn ziekbed met een duim op. ‘Heeft ie …?’ ‘Nee, het is wat anders,’ zei ze, ‘maar aan zijn voeten …’Lees verder
1955
Snijpunt Heegermeer, 1997
Toen ik in 1955 aan haar baarmoeder ontglipte, zei dokter de Boer tegen mijn moeder dat alles goed leek, maar een paar jaar later vonden ze op het kleuterbureau toch dat ik X-benen had. Niemand had daar ooit iets van gemerkt.Lees verder
De onvolmaakte hand van God
De onvolmaakte Hand van God
Na de koffie en de update van ons wederzijdse welzijn, vroeg ik kunstenares Hilda Kanselaar of ze nog nieuwe projecten onder handen had. Jazeker, ze had voor een expositie het thema van haar afstudeerproject weer eens opgepakt: De onvolmaakte hand van God.Lees verder
Bezoek
‘Wat doe je nou?’, vroeg ze toen ik de stofzuiger wegzette. ‘Ik ga me scheren,’ zei ik. ‘Ben je hier dan al geweest?’ ‘Hier liggen toch geen scherven?’Lees verder
De kleur van Liefde
‘Kan ik u helpen?’, vroeg het bloemenvrouwtje. ‘Misschien,’ zei ik, ‘waar staan de gele boeketten?’ ‘Geel! Dat is grappig,’ riep ze olijk. ‘Niemand vraagt om geel.’Lees verder
Wuivend riet, als je het ziet
Ben even weg ***
Omwille van de lieve vrede laat ik mij niet uit over dit geval van overmacht, of wat daarvoor door moest gaan, maar het lag niet aan mij dat ons uitstapje naar P. niet doorging. Omdat ik de hiervoor opgenomen ouwelullendag niet wilde verlummelen, stond ik toch om zeven uur op. In mijn halfslaap was een plan gerijpt, een doel, een missie.Lees verder